Ik zie het niet als werken
“Ik ga wel naar mijn werk, maar het is méér dan dat. Ik zie het niet echt als werken. Ik voel me er thuis, bij dit werk en bij deze mensen. Als de vader van de afdeling. Je hebt daar een gezin zitten en als er iemand roept, dan help je of je zorgt dat iemand van de verpleging weet wat er aan de hand is.
Het team voelt elkaar heel goed aan. Als er bij ons iets is met eten klaarmaken, dan helpt de zorg of de verpleging mee. Andersom ook. Het is allemaal niet zo strak afgebakend. Op die manier doe je als team veel meer. Heel vaak heeft iemand van de zorg tijd om mee te helpen opruimen na de maaltijd ‘s avonds. Dat heeft als voordeel dat degene van de horeca ook weer op tijd bij de bewoners kan zitten, zodat de zorg de overige bewoners rustig naar bed kan brengen. Dat is een schommelwerking. Of zoals wij zeggen: we leven in het ritme van de bewoners.
De bewoners staan voorop, wij geven daar zoveel mogelijk gehoor aan. Ik krijg de vrijheid om daar gehoor aan te kunnen geven. We hebben bijvoorbeeld een menucommissie, daar zitten ook bewoners in. Regelmatig komen we bij elkaar en dan praten we over: ‘Hoe vindt u in het algemeen het vlees of het ontbijt, wat vond u van de feestdagen, wat at u vroeger?’ Tijdens zo’n overleg kwam naar voren dat de bewoners ook eens balkenbrij en zure zult willen. Daar gaan we dan mee aan het werk. Of we organiseren een mosselavond. Want ze wilden ook eens graag vis.
Soms is het een gokje. Dan maak je iets waarvan ze zeggen: ‘mwah’. Of liggen er propjes vlees achter de borden. Dan weet je dat je dat gerecht beter niet meer kunt maken. En maak ik gehaktballetjes in satésaus dan zijn de borden allemaal leeg! Voor de mevrouw die absoluut geen komkommer eet, maak ik een kommetje salade voordat ik de komkommer toevoeg. Idem voor de mijnheer die geen tomaten eet.
Er is natuurlijk wel een kader, maar dat is heel ruim en veel meer op de mensen gericht. Daarin worden we ook heel erg gestimuleerd. Als je er ook maar iets voor voelt om dit werk te gaan en willen doen, dan ga je mee in de flow die hier gecreëerd wordt. Je bent er heel erg bij betrokken. De essentie hier is dat je er echt voor de bewoners bent. Dat we er allemaal voor de bewoners zijn. We hebben best veel tijd om gewoon eens gezellig met een bewoner aan tafel samen iets te drinken en elkaar iets te vertellen. Dat vind ik wel heel prettig. Je hebt de mogelijkheid om tijd voor de bewoners te pakken. En als de familie komt, maak je een praatje met de familie. Die ruimte heb je hier. Hier is altijd iemand aanwezig. Je kunt altijd met de mensen praten, overal is tijd voor. Deze baan past mij als een maatkostuum.”
Bert Janssen – Gastheer bij De Bolder
Bewoner en medewerker bereiden samen de aardappelen voor.