In rap tempo neemt het aantal particuliere woonzorgcentra voor ouderen toe. Zorgorganisatie Proteion, actief in Noord- en Midden-Limburg, omarmt ze door ze een partnerschap aan te bieden.
„Schrijf maar op. Het is hier fántástisch. En let wel: ik ben altijd heel kritisch hoor!” Jan Martens (94) heeft het zeer naar zijn zin in woonzorgcentrum De Bolder in Maasbracht. Ernstige jicht deed hem in een rolstoel belanden. Zelfstandig wonen ging niet langer. En dus zit hij sinds begin dit jaar hier, in het in december vorig jaar geopende complex met 28 appartementen en 24-uurszorg.
Vooral het feit dat hij in zijn eigen vertrouwde woonplaats kon blijven, stemt de voormalig provincieambtenaar tevreden. Met zijn allernieuwste model iPhone, Netflix-abonnement maar ook zijn kraakheldere geest wijkt hij behoorlijk af van de doorsnee medebewoner, maar dat deert hem niet. „Er zitten hier mensen met ernstige kwalen. Mensen die de weg kwijt zijn. Ook letterlijk hoor. Laatst stond er een mevrouw op mijn kamer te commanderen dat ik eruit moest. Maar wat geeft het? We zijn allemaal mensen.”
Uitslapen
De Bolder is een woonzorgcentrum in een vorm die de laatste jaren rap in aantal toeneemt: een particuliere ondernemer, in dit geval een echtpaar, die voor zichzelf begint in de ouderenzorg. Omdat het beter, persoonlijker en soms ook goedkoper of efficiënter kan naar hun overtuiging. Na dertig jaar werkzaam te zijn geweest in de zorg wilden Jeffrey en Suzanne Gielkens zelf een zorgcentrum beginnen. Kortere lijnen, minder regeltjes, beter kunnen inspelen op wensen van de bewoners zijn wat uitgangspunten die voor hen de basis vormden voor hun nieuwe avontuur. „Bewoners kunnen zoveel mogelijk de gewoonten van thuis volgen”, zegt Suzanne. „Het systeem mag nooit leidend zijn. Uitslapen? prima. Even wat langer in pyjama zitten? Ook goed.” „En dat is ook bereikbaar voor mensen die enkel aow hebben”, zegt Jeffrey.
Zorgcentrum De Bolder is gehuisvest op de eerste etage van het voormalige Dr. Engelsoord, een opvanglocatie voor oud-schippers, in Maasbracht. Het pand wordt gehuurd van Woonzorg Nederland. Het echtpaar sloot een ‘strategisch partnerschap’ met zorgorganisatie Proteion, dat allerlei werk uit handen neemt, zoals het sluiten van zorgcontracten met het Zorgkantoor, bewaking van kwaliteitseisen of, indien gewenst, administratie. Ideaal, vindt Jeffrey. „Zo kunnen wij ons beter concentreren op de zaken waar het echt om draait: zorg verlenen.”
In rap tempo gaat Proteion dit soort samenwerkingen aan (zie kader). Van 175 bedden nu wil de zorgorganisatie zo’n 450 bedden in deze vorm hebben in 2021. Ter vergelijking: Proteion heeft zelf in de bestaande instellingen in totaal 700 bedden. Geen enkele andere ‘traditionele’ zorgaanbieder is er zo actief in als Proteion. Begrijpelijk wellicht: door de zorg door iemand anders te laten regelen, maar er wel je eigen goede naam aan te verbinden, neem je als organisatie ook een risico. Bijkomend: niet zelden stapt het – toch al schaarse – zorgpersoneel over van een gevestigde instelling naar een particuliere aanbieder, omdat het werken in een kleine woonvorm ook veel leuker kan zijn. Of dat de reden is dat andere zorgconcerns dit soort samenwerkingen niet aangaan, is onduidelijk. Een woordvoerder van De Zorggroep wil slechts kwijt dat „het niet past binnen de wijze waarop wij onze zorgverlening hebben ingericht.”
Zorghart
Toch ziet Proteion het niet als het faciliteren van zijn eigen concurrentie, zegt Jolanda Wijen, formulemanager zorgondernemers bij Proteion. Feit is, zegt ze, dat er een enorme behoefte is aan zorgwoningen met 24-uurszorg voor ouderen, een groep die almaar blijft groeien. Een opgave waaraan de gevestigde organisaties met de huidige locaties nooit zullen kunnen voldoen. „Vooral de vraag naar nieuwe plekken in de eigen, vertrouwde woonomgeving groeit. We willen onze kennis graag delen. We kunnen elkaar uitstekend aanvullen.” Nieuwe ondernemers waarmee Proteion in zee gaat, worden uitgebreid gescreend en begeleid. „We willen vooral nagaan: heeft de ondernemer een echt zorghart?”
Dat zorghart hebben alle dertig medewerkers, zegt Karin Damen, wier moeder van 96 die „alles vergeet”, zoals Damen het dementieproces liever benoemt, begin dit jaar bij De Bolder kwam wonen. „Toen ze nog thuis was, wilde ze alleen maar rusten. Hier doet ze overal aan mee, ze is bang ook maar iets te missen.”
Zorgondernemer Suzanne modelleert met haar hand snel even de haren van een bewoner, die Jeffrey eerder eventjes zelf heeft bijgeknipt. „Laatst zei Suzanne iets opmerkelijks”, zegt Jeffrey. „Ze begon haar uitleg tijdens een rondleiding met de woorden: ‘toen ik nog werkte…’ Dat zegt alles, toch?”
Bron: Dagblad De Limburger
26-09-2019 door Kitty Borghouts